Arbeidsongeschikt: wat zijn je keuzes?
Als zelfstandige heb je geen recht op een WIA uitkering als je arbeidsongeschikt raakt. Iedere zzp’er moet zelf bepalen hoe om te gaan met het risico door een ongeluk niet meer te kunnen werken. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Om een vergelijkbare bescherming te krijgen als uit de WIA (of voorheen de WAO) moet je je meestal ongans betalen. Als zelfstandige hulpverlener is dat in veel gevallen simpelweg niet te doen. Maar wat dan? Hieronder een aantal redenen om geen verzekering te nemen; manieren om de hoogte van de premie zelf in de hand te houden; en drie soorten verzekeringen waar je uit kan kiezen.
Redenen om niet te verzekeren
-Ik spaar liever zelf. In tegenstelling tot een verzekeringspremie raak je spaargeld niet kwijt als je nooit arbeidsongeschikt wordt. Maar als hulpverlener heb je, zeker in het begin, meestal weinig reserves. Als je een groter risico loopt omdat je bijvoorbeeld al eerder arbeidsongeschikt bent geweest, is dit misschien niet de beste optie.
-Je hebt geld achter de hand. Als je een partner hebt die genoeg geld verdient voor jullie samen, je bedrijf veel reserves heeft, je veel spaargeld hebt of een vermogen bezit in een eigen huis, heb je wellicht geen verzekering nodig.
-Gedeeltelijk in loondienst. Als je gedeeltelijk in loondienst bent kun je toch aanspraak maken op de loondoorbetalingsplicht en vervolgens een WIA-uitkering van de overheid.
-Het is te duur. De premie is te hoog voor wat je verdient, zelfs als je een uitgeklede verzekering neemt. Als je geen andere bron van inkomsten hebt zul je in dat geval terug moeten vallen op de bijstand .
Kosten van verzekeren
Er zijn te veel variabelen die een rol spelen bij het afsluiten van een arbeidsongeschiktheids- verzekering om in het algemeen te zeggen wat het maandelijks kost. Daarom zetten we de factoren op een rij die de prijs bepalen. Zodat je weet waar de premie vanaf hangt en waar je op moet letten. Aan sommige van deze factoren kun je niets veranderen, anderen zijn een keuze.
Vaststaande factoren
-Premie is fiscaal aftrekbaar. Daar staat tegenover dat je over een eventuele uitkering ook gewoon belasting moet betalen.
-Je leeftijd. Hoe jonger je bent, hoe lager het risico dat je arbeidsongeschikt raakt. Maar hoe dichter je tegen je pensioen aan komt, hoe minder een verzekeraar uit zal hoeven keren. Premies zijn dus eerst lager, stijgen dan en dalen tenslotte weer.
-Je beroep. Fysiek veeleisend werk is duurder om te verzekeren dan administratief werk. Een verzekeraar zal willen weten hoeveel uren je welke werkzaamheden verricht.
-Je gezondheid. Op basis van een vragenlijst en eventueel een medisch onderzoek schat de verzekeraar in wat het risico is dat je arbeidsongeschikt raakt. Dit kan van invloed zijn op de dekking, de premie en zelfs op of je al dan niet geaccepteerd wordt.
Keuzes
-De hoogte van de uitkering. Hoeveel inkomen heb je nodig als je niet meer kan werken? Als je genoegen neemt met een lager inkomen wordt de premie (veel) lager.
-Wat is arbeidsongeschikt? Uitkering vindt in principe plaats vanaf 25% arbeidsongeschiktheid, vast te stellen door een arts. Als je vindt dat je pas bij 50% of 80% arbeidsongeschikt bent, wordt de premie veel lager.
-Wat voor arbeid? Wat voor werk ben je bereid te accepteren? Premies worden hoger als je perse je huidige beroep wil uitoefenen. Als je bereid bent ieder ander (normaal) werk te doen wordt je minder snel afgekeurd en wordt je premie aanzienlijk lager.
-Wachttijd. De periode waarin je wel arbeidsongeschikt bent maar nog geen uitkering ontvangt is minimaal twee weken en maximaal een jaar. Hoe langer je bereid bent te wachten, hoe goedkoper de verzekering.
-De duur van de uitkering. Een uitkering loopt maximaal tot de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. Maar je kan er ook voor kiezen de uitkering eerder stop te zetten en je pensioen bijvoorbeeld vroeger laten ingaan. Dan wordt de premie lager.
-Contract termijn. Een contract loopt meestal vijf jaar. Als je dat wil verlengen (er langer aan vast zitten) of verkorten, wordt je premie respectievelijk lager of hoger.
-Indexering van de uitkering. De hoogte van een eventuele uitkering kun je laten stijgen met de inflatie of juist laten afnemen met je uitgavenpatroon, als je kinderen bijvoorbeeld uit huis gaan of je hypotheek af is betaald. De premie stijgt of daalt dan uiteraard mee.
-Starterspremie en tariefsoorten. Sommige verzekeraars bieden kortingen aan voor beginnende zelfstandigen. Daarnaast kan je er voor kiezen de premie de gehele looptijd gelijk te houden maar je kan ook eerst wat minder betalen en later wat meer.
-Uitsluitingen. Je kan bepaalde (psychische) oorzaken van arbeidsongeschiktheid of iets als zwangerschapsverlof uitsluiten. Dit brengt de premie omlaag.
Type verzekeringen
-Collectief. Door je aan te sluiten bij een organisatie kun je mee profiteren van de kortingen die ze bij verzekeraars bedingen. Je bent dan gewoon individueel verzekerd, alleen via een collectief. Denk daarbij aan beroepsorganisaties voor zzp’ers of hulpverleners in de zorg, en aan vakbonden met een afdeling voor zelfstandigen
-Vrijwillig via UWV. Dit kan alleen als je starter bent; je moet je aanmelden binnen drie maanden nadat je begint. Voordeel van een vrijwillige verzekering via het UWV is dat je het op ieder moment op kan zeggen. Over de diensten van het UWV hebben we het een volgende keer uitgebreider.
-Particulier. Als je direct bij een verzekeraar afsluit, omzeil je de kosten van een adviseur, tussenpersoon of website. Dat kan een vast bedrag zijn maar ook een maandelijkse commissie die misschien zelfs in je premie wordt doorberekent. Aan de andere kant weet een expert misschien wel wat voor jou het voordeligste is. Als klant weet je alleen niet altijd wat die adviseur verdient met het afsluiten van je verzekering. Vraag er daarom naar!
Het komt er op neer dat je veel keuze hebt, keuzes die niemand voor je kan maken. Op basis van de overwegingen die we hier genoemd hebben kun je misschien wel een gestructureerde beslissing nemen over wat voor jou belangrijk is. Vraag met die kennis bij verschillende verzekeraars wat de kosten zijn voor jouw voorkeuren, bijvoorbeeld via individuele offertes. Misschien vindt je een polis die goed bij je past: De arbeidsongeschiktheidsbescherming van je keuze.
Voor de eerste 2 jaar arbeidsongeschiktheid kun je je aansluiten bij een broodfonds in je regio.
Lees er alles over op www.broodfonds.nl
Voor de zzp ér is aansluiting bij een broodfonds een uitkomst. Je kunt je inkomen bij ziekte of arbeidsongeschiktheid tegen een lage premie verzekeren. Omdat dit niet algemeen bekend is wordt het dus tijd om hier meer aandacht aan te besteden. Er is altijd wel een broodfonds bij jou in de buurt maar je kunt ook met behulp van de broodfonds organisatie hulp krijgen bij het oprichten van een eigen broodfonds in jou regio. Meer info: www.broodfonds.nl
Je hebt als ZZPer recht op een bijstandsuitkering als het onverhoopt echt fout gaat.
En op een IOAZ vanaf je 55e jaar.
De overheid maakt het de ZZP-ers erg moeilijker om als ZZP-er te werken.
Men moet om de zoveel maanden cursussen volgen (herhalen en herhalen) om als ZZP-er te mogen werken, maar zo'n cursus kost de ZZP-ers €150,- per module. De vijf verplichte modules kosten samen €750. Deze moeten keer op keer opnieuw op keer opnieuw gedaan worden om in het kwaliteitsregister ingeschreven te blijven. Daarnaast moet men het kwaliteitsregister ook jaarlijks betalen incl. SoloPartners etc.