Een beetje ZZP’er heeft een AOV

Carnaval is weer voorbij en dankzij het belazerde winterweer tijdens die dagen zijn er ongetwijfeld weer veel mensen verkouden of ziek geworden. Kroeg in – bloedheet – kroeg uit – nat en koud – kroeg in – etc. Het was weer druk in de wachtkamers van huisartsen en gezondheidscentra.

Ooit deed een jonge au-pair in Brussel hetzelfde: naar Tilburg reizen om met haar vrienden carnaval te vieren, kroeg in, kroeg uit, met als resultaat een voorhoofdsholteontsteking. De dag dat ze terug zou gaan naar Brussel lag ze met hoge koorts in bed. Tien dagen later was ze weer op haar post. Madame was witheet van woede, ze had al die dagen moeten schipperen met haar werk en haar kinderen… Resoluut werd 750 Bfr van haar schamele 2000Bfr (ongeveer 100 gulden) maandvergoeding afgetrokken.

Goden zij dank hoefde de au-pair niet te leven van haar zakgeldje. Ze had dus ook geen verzekering tegen inkomensverlies. Maar als ZZP’er in de zorg kun je zo’n nasleep van carnaval niet hebben. Dat kost je behoorlijk wat inkomen. Een beetje ZZP’er, dus iemand die zijn/haar carrière serieus neemt, heeft natuurlijk een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV). Dat zit dus wel goed, zou je denken.

Wachtdagen

Ai, niet altijd. Een carnavals-nasleep zoals hierboven beschreven, valt meestal niet onder deze verzekeringen. Simpelweg omdat de ziekte te kort duurt. De doorsnee verzekering kent vaak 30 wachtdagen vanaf het eerste bezoek aan de arts. Sommige drie maanden of een half jaar. Het is maar wat je bereid bent te betalen. Hoe korter de wachttijd, des te meer premie je betaalt. Datzelfde geldt uiteraard ook voor de hoogte van de uitkering, maar dat geldt voor elke verzekering.

Als je dus een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid wilt afsluiten, moet je voor jezelf vaststellen hoeveel dagen wachttijd jij wilt. Daar kies je een maatschappij op uit, aan de hand van de premie, natuurlijk. Wat je je ook moet afvragen is of de maatschappij zaken uitsluit. Wie alle polisvoorwaarden tevoren goed leest, zal zien dat er heel wat wordt uitgesloten. Bijvoorbeeld alle ziektes die de verzekeringsnemer bij het afsluiten van de verzekering heeft (gehad). En daar mag je niet ‘creatief’ over doen, want liegen leidt tot volledige uitsluiting van uitkering!

Pluiswerk

Dus als je een hoge bloeddruk hebt – nog eens vastgesteld door de onafhankelijke keuringsarts – kun je er donder op zeggen dat alle gevolgen van hoge bloeddruk van uitkering zijn uitgesloten. En dat zijn er nogal wat. Iemand met suiker zit ook lekker, maar niet heus. Hoe het zit met ‘de vrouw en alles wat haar kan overkomen als vrouw’, weet ik niet precies, maar in de jaren tachtig was er slechts één verzekeringsmaatschappij die zwangerschap en vrouwenleed níet uitsloot. Alle andere wel. Hoe verzekeraars daar nu mee omgaan, blijkt niet uit hun websites met informatie. Daarvoor moet je kennelijk een offerte aanvragen. Ook is er een maximum leeftijd waarop mensen nog worden aangenomen als verzekerde.

Een AOV afsluiten – en waarom niet, de verzekering is bovendien ook belasting aftrekbaar – vereist dus wel even wat pluiswerk, voordat je tot een keuze komt. In de loop der jaren zul je merken dat dat gepluis de moeite waard is geweest.