Kinderen spelen dramatisch minder buiten!
Uit onderzoek onder (groot)ouders en kinderen blijkt dat er dramatisch minder buiten wordt gespeeld. Grote generatieverschillen in spelen worden duidelijk zichtbaar. Daar waar (groot)ouders vroeger massaal naar buiten gingen, spelen kinderen nu binnen. In vergelijking met 2013 is het aantal kinderen dat elke dag buiten speelt in de buurt gedaald van 20% naar 14%! Van de 1,2 miljoen kinderen op de basisschool zijn er dus meer dan 1 miljoen kinderen die niet meer dagelijks buitenspelen.
Jantje Beton heeft in het kader van haar 50-jarig bestaan het onderzoek naar spelen uit 2013 onder kinderen herhaald. Tevens is er een vergelijking gemaakt met spelen vroeger en nu. In dit onderzoek stonden twee vragen centraal: wat zijn de percepties van (buiten)spelen van de verschillende generaties? Zien we verschillen in tijd, vrijheid en afstand? welke (fysieke én mentale) belemmeringen zijn er voor de kinderen van nu om buiten te spelen?
Aan alle generaties is de vraag gesteld, of je vaker buiten of binnen speelt als je vrij bent (dus na school en in het weekend). 69% van de grootouders speelde meer buiten dan binnen. 65% van de ouders speelde vaker buiten. Slechts 10% van de kinderen speelt vaker buiten dan binnen! Dit is een significant verschil. 53% van de kinderen geeft aan vaker binnen te spelen.
Wel geeft één op de drie kinderen aan minder vaak buiten te spelen dan hij/zij zou willen (28%). De belangrijkste barrières om buiten te spelen zijn voor kinderen ‘saaiheid van de speelplekken’ en ‘liever binnen willen blijven om te spelen’. Bij binnen spelen zijn TV kijken en gamen favoriet bij kinderen. Buiten zijn dat fietsen en klimmen en klauteren. Een op de zeven kinderen geeft aan te druk te zijn met school en hobby’s om buiten te spelen
Bron: Jantje Beton