Werkloosheid sociale werkvoorziening dreigt
Mensen met ene handicap lopen een forse kans op werkloosheid. Dat is de mening van directeur Greet Prins van de stichting Philadelphia, een instelling voor gehandicaptenzorg.
De hele groep krijgt niet alleen te maken met bezuinigingen op de sociale werkvoorziening maar ook met kortingen op wajong, awbz en wmo. Volgens Prins zullen veel mensen met een handicap hun uitlering verliezen door een herkeuring.
Dat betekent dat zij een baan moeten gaan zoeken terwijl veel werkgevers niet op hen zitten te wachten. Overigens beweerde staatssecretaris De Krom kortgeleden nog iets anders. Hij meende juist dat veel ondernemers best bereid waren mensen met een handicap in dienst te nemen. Haar mening wordt ondersteund door directeur Herman Frankes van Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn. Ook hij is van mening dat veel mensen tussen wal en schip gaan vallen. De medewerkers van de sociale werkvoorziening zitten in dat opzicht in hetzelfde schuitje als de cliënten van Philadelphia. Veel medewerkers hebben vanuit de sociale werkvoorziening een baan bij een bedrijf. Zonder die steun kunnen zij dat werk niet voort zetten.
Met meer dan 5000 vacatures vind je altijd werk bij jou in de buurt. Meld je gratis aan en ga direct op zoek!
Begeleiding kwetsbare jonge werklozen hapert
22-03 2011 | 03:53 | Door:
Carolien Stam
Waardering
Gerelateerd +
Wethouder: 'Jongerenwerk Rotterdam effectiever inzetten' »
Welzijn in de 21e eeuw: Moderne mensen sturen zelf »
Nico de Boer: ‘Aan de welzijnsinstelling als supermarkt komt een eind’ »
Revolutie in de welzijnspolder »
Hans Zuiver (Combiwel): 'Helft van Amsterdamse buurthuizen zal sluiten' »
Actueel +
VNG: 'Steun niet het onderdeel Werken naar vermogen' »
CDA- en VVD-stemmers: zorgsysteem onhoudbaar »
Wethouder: 'Jongerenwerk Rotterdam effectiever inzetten' »
Teloorgang Meavita wordt ontrafeld »
VGZ op zoek naar het beste mantelzorgidee »
Tag +
welzijn
jeugd
werkloosheid
gemeenten
UWV
rekenkamer
begeleiding
Print pagina
Stuur pagina door
RSS
De begeleiding van kwetsbare jonge werklozen staat nog steeds in de kinderschoenen. De Algemene Rekenkamer heeft er onderzoek naar gedaan. Het hapert vooral bij de praktische uitwerking van de begeleiding door gemeenten en UWV.
Regionale actieplannen zijn er nauwelijks. De begeleiding van jongeren met meervoudige problemen naar de arbeidsmarkt sluit nog steeds niet aan bij hun complexe problemen. De betrokken ministers van Sociale Zaken en VWS moeten nu gericht in de gaten houden of gemeenten de begeleiding nu wel van de grond krijgen. Dat zijn enkele conclusies uit het rapport van de Algemene Rekenkamer over de aanpak van de harde kern jeugdwerkloosheid.
Meervoudig
De Rekenkamer heeft in 2008 een rapport uitgebracht over werkloze jongeren zonder startkwalificatie. De conclusie was toen al dat de begeleiding van jongeren met meervoudige problematiek vanuit de gemeente en het UWV Werkbedrijf niet aansluit bij hun complexe problemen. Er werden geen passende instrumenten ingezet bij de begeleiding en niet duidelijk was wie de regie voerde. Dat is nog steeds het geval, aldus het nieuwe onderzoek in 2010.
Plannen
Het probleem blijkt vooral te zitten bij de uitwerking van de regionale actieplannen voor begeleiding van probleemjongeren zonder werk. ‘De meeste regio’s hebben hiervoor nog geen concrete plannen,’ constateert de Rekenkamer. ‘Ook komt de samenwerking tussen de werk- en inkomenketen en de zorgketen nog niet goed van de grond. Het UWV moet meer informatie in winnen bij de zorgketen over wat de jongeren wel en niet kunnen. En er moet meer worden samengewerkt.’
Ministers
De aanbevelingen die de Rekenkamer in 2008 deed, zijn eigenlijk alleen door de ministers nagekomen met het Actieplan Jeugdwerkloosheid van het vierde kabinet Balkenende in 2009. De Rekenkamer adviseert aan de huidige ministers: ‘In de gaten te houden of de intensieve begeleiding van deze jongeren onder regie van de gemeenten daadwerkelijk van de grond komt. De minister van SZW zou alsnog concrete verbetermaatregelen voor de diagnose van problemen en aard van de begeleiding moeten formuleren.’